Ervaringsgericht leren, vertaald naar de eigenheid
van Intuïtieve ontwikkeling en energiewerk, door Maarten Haalboom van
Omzin in Borne.
Met dank aan hem.
Door zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de belevingswereld en het
handelen van het kind, ‘doorleeft’ het kind de leerstof. De leerstof
wordt direct verbonden met een werkelijkheid die het kind om zich heen
daadwerkelijk ervaart. ‘Door ervaring' krijgt het kind door wat de
betekenis is van rekenen, taal en andere lesstof. Met een sterke
betrokkenheid en zelfvertrouwen als resultaat: het kind is intens en
geboeid bezig en het geniet van de activiteit.
Leerkrachten richten zich naar deze ‘interne motivatie’. Ze zijn
gefocust op wat het kind raakt, op wat ze vragen in het licht van hun
ontwikkeling, niet alleen op de ontwikkeling van hun cognitieve
vaardigheden maar op de totale beleving van onderwijsleersituaties.
Ervaringsgericht leren stimuleert zo de motivatie en de betrokkenheid
van het kind bij het verwerven van kennis en vaardigheden.
Ervaringsgericht leren
Is, simplistisch gesteld, leren door doen. Het is een proces
waardoor men doorheen rechtstreekse ervaring kennis, vaardigheden en
waarden verwerft. (Association of Experiential Education, 1995).
Ervaringsgericht leren is gebaseerd op de veronderstelling dat kennis
begint bij de persoonlijke relatie tot het onderwerp. De
doeltreffendheid van ervaringsgericht leren is afgeleid uit de stelregel
‘dat niets relevanter voor ons is dan onszelf’.
Persoonlijke reacties, observaties en inzichten zijn met andere
woorden belangrijker dan de mening van derden.
Het grootste voordeel van ervaringsgericht leren is allicht het
verschaffen van een gevoel eigenaar van het geleerde te zijn. Het
betekent een meerwaarde in de interesse en betrokkenheid van de
deelnemers, maar het draagt vooral bij tot de relevantie van het
geleerde.
Het ultieme resultaat is dat deelnemers de verantwoordelijkheid voor hun
eigen leren en gedrag aanvaarden, eerder dan die verantwoordelijkheid
aan een derde over te laten.
Cyclus van het Ervaringsgericht Leren.
Alhoewel theoretische modellen van ervaringsgericht leren sterk
verschillen van auteur tot auteur (Dewey, 1938; Joplin, 1986; Kolb,
1984), wordt algemeen aanvaard dat de ervaringsgericht leren -cyclus uit
vier fases bestaat.
1. Ervaren
Leerervaringen ontstaan spontaan in ieders dagelijks leven, maar
kunnen ook gestructureerd worden om specifieke leereffecten te
veroorzaken. Wanneer specifieke leerdoelstellingen gedefinieerd zijn,
kunnen verschillende activiteiten geselecteerd worden om hun
verwezenlijking te bewerkstelligen. De gestructureerde ervaring is de
fase waarin deelnemers in een specifieke activiteit betrokken worden.
Uit deze fase ontstaat de ervaring die in de volgende fasen aan bod zal
komen. Wanneer het proces in deze fase gestopt wordt, wordt het
leerproces aan het lot overgelaten, waarbij de leermogelijkheden niet
ten volle benut worden.
2. Reflecteren
Ervaring is op zich onvoldoende om een leerproces te verzekeren. Het
is immers noodzakelijk om de nieuwe ervaring door reflecties te
integreren in de reeds opgebouwde ervaringen (Kolb, 1984). De reflectie
leidt de deelnemer van ervaren naarervaringsgericht leren.
Deelnemers hebben een activiteit ervaren en krijgen vervolgens de
mogelijkheid om terug te blikken op hun waarnemingen, gevoelens en
gedachten tijdens de activiteit.
Reflecteren kan een individuele introspectieve vorm aannemen, waarbij de
deelnemer zijn ervaring persoonlijk verwerkt, of het kan een
groepsproces zijn, waarbij de zin en betekenis van een ervaring in groep
besproken wordt.
3. Veralgemenen
Aangezien leren het transfereren van gestructureerde ervaringen naar
andere situaties en omstandigheden is, is het belangrijk dat deelnemers
hun specifieke ervaringen kunnen overdragen naar hun leven van alledag.
Een essentieel aspect van ervaringsgericht leren is de zoektocht naar
patronen, die geïsoleerde voorvallen veralgemenen. De zoektocht naar
patronen wordt ondernomen om te achterhalen of er een zekere regelmaat
is in de gevoelens, gedachten, gedragingen of observaties. Wanneer deze
gevoelens, gedachten, gedragingen of observaties in een welbepaalde
situatie begrepen worden, dan kan dit inzicht veralgemeend worden en in
andere situaties toegepast worden. Veralgemeningen overstijgen wat er in
één welbepaalde situatie gebeurd is en leiden tot inzicht over wat er
zich, in het algemeen, voordoet.(patronen)
4. Toepassen
Opdat het ervaringsgericht leren doeltreffend zou zijn, is het
noodzakelijk dat de deelnemers het tijdens hun deelname aan de
gestructureerde activiteiten geleerde, ook daadwerkelijk toepassen in
hun dagelijks leven. In deze fase worden deelnemers aangemoedigd om te
denken over manieren om de, in de voorgaande fase geïdentificeerde
patronen en/of concepten nu in daden om te zetten. Het verplaatsen van
de aandacht van de activiteit naar de huidige situatie en omstandigheden
van het dagelijkse leven van de deelnemer, maakt ervaringsgericht leren
praktisch bruikbaar en betekenisvol.
5. Ervaren
'Ervaren' volgt weer op 'toepassen': dit wijst op de
veronderstelling dat het toepassen van het geleerde een onderdeel wordt
van de achtergrond van de deelnemer naar een volgende ervaring toe.
Principes van ervaringsgericht leren
(Association of Experiential Education, 1995; Kraft & Sakofs, 1985;
en Weil & McGill, 1989)
1. Het individu is deelnemer in het leerproces, eerder dan
toeschouwer.
2. Ervaringsgericht leren vindt plaats wanneer bedachtzaam
geselecteerde activiteiten ondersteund worden door reflectie, kritische
analyse en synthese.
3. Het geleerde moet over zowel huidige als toekomstige
relevantie voor de deelnemer en de maatschappij waarin hij participeert,
beschikken.
4. De deelnemer is tijdens het ervaringsgerichte leerproces
actief betrokken bij het stellen van vragen, het onderzoeken, het
experimenteren, het oplossen van problemen, het opnemen van
verantwoordelijkheid en het creatief denken.
5. Deelnemers zijn intellectueel, emotioneel, sociaal en/of
fysiek betrokken. Deze betrokkenheid veroorzaakt een authentieke
perceptie van de leeropdracht.
6. Deelnemers kunnen mogelijk succes, mislukking, avontuur en
onzekerheid ervaren, aangezien de uitkomst van de opdracht niet volledig
voorspeld kan worden.
7. De hoofdrol van opvoeders en begeleiders omvat: het
structureren van aangepaste activiteiten, problemen voorleggen, grenzen
opzetten, de deelnemers ondersteunen, fysieke en emotionele veiligheid
verzekeren en het leerproces faciliteren.
8. Begeleiders dienen spontane leermogelijkheden te herkennen en
te ondersteunen.
9. Het opzet van de activiteiten behelst de mogelijkheid om te
leren uit natuurlijke gevolgen, mislukkingen en/of succes.
10. Deelnemers ontwikkelen een diepgaand inzicht in wat het
geleerde in de praktijk kan
betekenen.
11. Het resultaat van het leerproces is persoonlijk en vormt de
basis voor toekomstige ervaringen en leren.
12. Relaties worden ontwikkeld en gevoed: deelnemer tot het zelf,
deelnemer tot anderen en deelnemer tot de wereld.
13. Opvoeders en begeleiders streven er naar om zich bewust te
worden van hoe hun houding, mening en vooroordelen, de deelnemers
beïnvloeden.
14. Deelnemers verhogen hun bewustwording van hoe hun
persoonlijke waarden en opvattingen hun gedrag en handelingen
beïnvloeden.
15. Opvoeders en begeleiders kiezen een multidisciplinaire aanpak
voor real-life problemen.
16. Deelnemers krijgen de kans om te herkennen dat
institutionele, sociale en culturele factoren er de oorzaak van kunnen
zijn dat mensen zich gedragen op een manier die niet
overeenstemt met hun intenties.
*Eigen verantwoordelijkheid
*Ontwikkeling als een proces op fysiek, emotioneel, mentaal en
spiritueel niveau
*Aandacht voor de verhouding persoonlijk en professioneel, als een zich
ontwikkelende balans
DE RIVIER - WOGMEER 48 - 1711 SR
HENSBROEK
TEL: 0229 561 556 - GSM: 06 519 22 506 -
INFO@DERIVIER.NL
BANK Triodos IBAN: NL25 TRIO 0198 5593 64 BIC: TRIONL 2U - K.V.K. 37154029 |